Nieuwsarchief

Almelo / Oosterwoolde, 10 juni 2024

Achte leden van Perveensiaole Staoten van Frieslaand,

Wi’j hebben mit grote ongerusthied kennis neumen van twie veurneumen maotregels die bi’j et eventuele deurvoeren grote schae doen zullen an et Stellingwarfs, onderdiel van et Nedersaksisch dat in Noordoost-Nederlaand praot wodt, liekas in grote patten van Duutslaand. Wi’j doen een beroep op jow om invloed uut te oefenen om de veurstellen te wiezigen. Wi’j reageren as SONT, de Streektaelorgenisaosies in et Nedersaksisch Taelgebied. Et gaot om twie veurstellen.

De maotregel om de subsidie veur de Stellingwarver Schrieversronte struktureel veur een zesde te kotten – de helte van de perveensiaole bi’jdrege dislange – hoolt in dat die instelling vule minder slagkracht hoolt om projekten te ontwikkelen of om die te ondersteunen. Dat wiels daor toch slim verlet van is, beslist ok in verbaand mit de naodrokkelike weens om de Nedersaksische tael over te dregen op jongere generaosies. D’r bin dan misschien wel incidentele middels beschikber veur et Stellingwarfs, mar die kuj’ allienig verkriegen mit, per projekt, een professionele anvraoge. Kotting op de strukturele subsidie van de SSR verzwakt juust et vermogen om foonsen te verwarven. Binnen et budget van de SSR moet ja ommes ok veul aander wark daon wodden.

Et vaalt niet te begriepen dat de Perveensie bezunigen wil op de subsidie en toegelieke mit-ondertekener is van et Konvenaant Nedersaksisch (oktober 2018), waorbi’j inspanningsverplichtings angaon binnen. Hoe kan de Perveensie tot disse keuze kommen wezen: halvering subsidie op een officiële regionaole tael? Et is butengewoon pienlik om te zien dat d’r een grote onbelaans is tussen de investerings in et Frysk en die in et Stellingwarfs.

Et is et veurnemen van et perveensiaol bestuur om onderwies in et Frysk verplicht te stellen in de gemiente Oost-Stellingwarf. Mar et zol juust veur de haand liggen om dat gebied vri’j te holen en geef d’r roem onderwies in et Stellingwarfs. Dat is omdat et gebied van ooldsher Stellingwarfs Nedersaksisch-taelig is, ok al bin d’r now inkelde dörpen veural Friestaelig. Et Frysk verplicht stellen in gebieden die van ooldsher Stellingswarfstaelig binnen, zoks heurt niet. Op die meniere wodt veurbi’jgaon an de sociaol-kulturele identiteit van de gemiente en an de belangen van de inwoners. Die zollen juust diend wezen mit onderwies in et Stellingwarfs. De verfriesing van oorspronkelik Saksische gebieden kan gien doelstelling wezen van de wet op et Frysk. Dat liekt op oneigenlik gebruuk van de wet. Et zol de perveensie Fryslân sieren de taelkundige riekdom van de perveensie recht te doen deur et Stellingwarfs te bescharmen, evenweerdig an en op dezelde meniere as et Fries. Now liekt et omgekeerde et geval.

We bin alarmeerd deur de veurnemens. In plaets van een beleid te voeren waorbi’j de kulturele diversiteit uutdreugen en verstarkt wodt, is d’r een beweging in et veurneumen beleid om et Stellingwarfs / Nedersaksisch weeromme te drokken of te verdringen. 

Wi’j maeken dus eernstig bezwaor tegen de halvering van et perveensiaol subsidie en tegen et toepassen van de wet gebruuk Fries op de gemiente Oost-Stellingwarf. Wi’j raoden en verzuken perveensiaole staoten dringend: verlien ontheffing an Oost-Stellingwarf en laot in de wet de gemiente numen bi’j et niet-Friestaelige gebied in Frieslaand, krek as de gemiente West-Stellingwarf.

Mit vrundelike groet,

Uut naeme van et SONT (Streektaelorgenisaosies in et Nedersaksisch Taelgebied).

Hans Gerritsen, veurzitter, Almelo (OV)

Henk Bloemhoff, siktaoris, Oosterwolde / Oosterwoolde (FR)

André Baars, ponghoolder, Arnhem (GD)

Annet Westerdijk, vice-veurzitter, Zwolle (OV)

Anne Doornbos, lid, Een / Ein (DR)

Ria Broeze, lid, Hoge Hexel (OV)

Paul Seesing, lid, Keijenborg / Keijdarp (GD)

—————————————————————————————————————————————————————————————————-

Bi’j de Bundesraat för Nedderdüütsch en EBKT

Eerst informeel, en now per 1-1-2018 ok formeel, dot SONT mit in de Bondsraod veur Nederduuts, officieel: Bundesraat för Nedderdüütsch (BfN) / Bundesrat für Niederdeutsch / Federal Council for Low German. Ien en aander is neffens de zonuumde gaaststaotus. De BfN komt op veur de gemienschoppelike belangen van et Nederduuts / Nedersaksisch in Duutslaand en van de taelgroep van de Plautdietschen. Twie personen uut elke dielstaot mit de regionaole tael Nederduuts / Nedersaksisch vertegenwoordigen in de BfN die tael en de orgenisaosies van de eigen dielstaot. Doel is van mekeer te leren, info uut te wisselen en om, as et kan, mit mekeer te zorgen dat de situaosies van de regionaole tael Nedersaksisch / Nederduuts in de regio beter wodden. D’r wodt twie of drie keer per jaor vergeerderd. De kommende tied zal SONT vertegenwoordigd wezen deur de siktaoris en een bestuurslid (Henk Bloemhoff resp. Gerrit Leferink).

Al langer is SONT ansleuten bi’j EBKT (Europees Buro veur Kleine Taelen), ok EBLT (= Fries: Europeesk Buro foar Lytse Talen). SONT dot dus mit in et AB van et EBKT (drie keer per jaor: ien keer in et Nedersaksisch gebied, twie keer in et Friese taelgebied). Et EBKT warkt behalven op laandelik ok op Europees nivo. 

Teken ie de Minority SafePack-petisie ok?

Et Minority Safepack is een burgerinitiatief van de Federal Union of European Nationalities. Et doel is om alle vuuftig miljoen meensken die as een minderhiedstael praoten te bescharmen en te steunen. As d’r genoeg haandtekens verzaemeld wodden, komt et onderwarp op ’e agenda bi’j de Europese Kemmissie. De initiatiefnemers hopen dat d’r in ‘t langelaeste een Europees beleid komt veur bi’jveurbeeld onderwies, kultuur en media om taelkundige en kulturele verscheidenhied in Europa an te vieteren. Et initiatief moet minstens ien miljoen ondertekeners hebben om geldig te wezen. In Nederland lig die drumpel op 19.500. De Kommesaores van de Keuning in Frieslaand de heer Arno Brok en een tal Friese dippeteerden tekenden veur Nederlaand as iene van de eersten; ze wodden al gauwachtig volgd deur et Drentse kollege van DS. Wi’j’ de petisie ok tekenen? Veur meer infermaosie én tekenen kuj’ terechte op www.minority-safepack.eu.

Streektalen versterken (tekst van de toespraak op het symposium van BZK, 7-11-2017 in Deventer, door Hans Gerritsen, vz. SONT)

1 Inleiding
Hoe kunnen regionale talen sterker worden? Hoe kunnen de talen behouden blijven? Hoe kan de taal levend zijn, zodat ze een prominente plaats heeft en verwerft in het maatschappelijke verkeer?

Deze vragen zijn de leidraad voor onze streektaalinstellingen. Dat geldt voor het Nedersaksisch Taalgebied, maar evenzeer ook voor Fryslân en Limburg. Voor het Nedersaksisch taalgebied mag ik als voorzitter van het SONT de overkoepelende belangen behartigen, in het bijzonder de erkenning. Daar kom ik later op terug. Mijn verhaal is breder en is gericht op de door de Raad van Europa erkende regionale talen in Nederland. Uiteraard is het verhaal gebaseerd op de ervaringen van ons in Noordoost Nederland. Ik gebruik bij voorkeur het woord regionale taal of taal. Maar nu en dan zal ik ook het woord streektaal gebruiken omdat dit in het spraakgebruik vaak voorkomt.


Eerst zal ik ingaan op het belang van de regionale talen. Daarna kom ik op de strategie om regionale talen te behouden en verder te ontwikkelen. Dat is geen blauwdruk maar een denklijn. Graag horen wij op dit symposium suggesties en ideeën om effectiever te zijn. Straks komt u zelf aan bod in een aantal workshops bijvoorbeeld over zorg en onderwijs.

Bij de strategie besteed ik aandacht aan de erkenning van regionale talen. Met het ministerie van BZK en de regionale en locale overheden in ons Taalgebied werken wij aan een convenant en meerjarenprogramma. Daarbij staan de domeinen cultuur, onderwijs, media en openbaar bestuur centraal.



2 Waarom regionale talen, het belang daarvan
Wij willen dat regionale talen behouden blijven en aan kracht winnen omdat het de moedertaal is van veel mensen in Nederland. Dat geldt voor 400.000 Friezen (deze spreken het Westerlauwers Fries), voor 2 miljoen mensen die het Limburgs spreken in de provincies Limburg in Nederland en België en ten oosten daarvan in Duitsland en voor ruim 2 miljoen inwoners van Noordoost Nederland die het Nedersaksisch spreken.


Die moedertalen zijn emotie. Gevoelens kan men beter uitdrukken in de streektaal dan in het Nederlands. De streektaal heeft dus in de eerste plaats een emotionele en zeer persoonlijke waarde. De streektaal hoort bij het communicatiearsenaal dat mensen ter beschikking hebben, zeker als het gaat om gevoelens tot uitdrukking te brengen en te begrijpen. Alleen al om deze reden is het behouden van de streektaal van belang. Het gaat om het welzijn van mensen.


De regionale talen zijn ook een culturele schat, met unieke woorden, zegswijzen en een eigen grammatica. Dat is de terechte boodschap van de Raad van Europa. Het is unieke cultuur, die gekoesterd moet worden, omdat cultuur en cultureel erfgoed een waarde in zich hebben. Het is door mensen gemaakt om duiding te geven aan hun wereld. De streektaal is een ontdekkingsreis naar taalkundige schoonheid en vindingrijkheid. Een land dat cultuur hoog heeft, bekommert zich om de streektaal.


Vervolgens, de taal hoort bij de mensen in de streek, het geeft hun eigenheid en het hoort bij de identiteit. De taal is levend erfgoed. Taal helpt ons in een veranderende wereld om onze gevoelens te uiten, met elkaar van gedachten te wisselen en samen te voelen hoe wij in een bepaald gebied met elkaar verbonden zijn. Niet om anderen uit te sluiten maar om sterker te staan in een wereld die snel verandert, globaliseert en verwarrend is. De streektaal hoort bij onze identiteit. Dat geeft houvast.


Samengevat, wij hebben een verantwoordelijkheid om de taal te behouden, voor het persoonlijk welzijn van de mensen, voor de culturele waarde en voor de eigenheid en identiteit.


3 De strategie
Essentieel voor het al dan niet spreken van de taal is de status, het imago, het beeld dat er maatschappelijk is. Wordt er op neer gekeken, ziet men het als een ongewenst en achterhaald dialect en voelt men schaamte. Dat is helaas lange tijd het geval geweest bij het Nedersaksisch doordat het Nederlands vanuit het westen en het Duits vanuit het oosten de taal zijn gaan overvleugelen. Reden zijn het verschuiven van economische en politieke machtscentra. Het Frysk heeft een andere geschiedenis. De voorvechters hebben baanbrekend werk gedaan. De positie van het Frysk was en is maatschappelijk duidelijk sterker dan het Nedersaksisch. De emancipatie van het Frysk is eerder op gang gekomen. Maar ook hier geldt: tegen de aanvankelijke verdrukking in. Het Limburgs is diep geworteld in het gebied. De maatschappelijke positie is net zoals bij het Nedersaksisch minder sterk. Maar ook hier is een positieve ontwikkeling tot stand gekomen, Waarbij de taal als eigen taal waardering heeft gekregen.


Er is een kentering gaande. Deze krijgt de laatste tijd meer elan en momentum. Uit weerzin tegen de globalisering, de informatisering en de opdringende eenheidscultuur is er meer waardering voor geschiedenis, eigenheid, taal en regionale en locale cultuur. Mensen houden van verschillen en variatie en voelen zich daarbij thuis. Dat maakt dat de eigen identiteit een herwaardering krijgt. Het heeft ook te maken met het beeld van Nederland. Is het historisch besef er één van Michiel de Ruyter, de VOC en staat Holland centraal, of is er oog voor de rijkdom van de verscheidenheid. Nederland is een land met veel variatie. Dat is een Nederland waarin ik mij thuis voel.


De regionale talen hebben de wind in de zeilen. Dat is een goede zaak. Maar er is nog veel werk te verzetten, omdat de taal onder druk staat en omdat de taal vaak niet meer overgedragen wordt op jongere generaties.


4 Hoe pakken we dat aan?
Extra stimulans is nodig om het beeld van de streektalen te verbeteren. Reeds geruime tijd geleden is het Frysk erkend als tweede Rijkstaal en is de taal ook erkend onder deel 3 van het Handvest van Regionale talen en minderheidstalen van de Raad van Europa. Het Nedersaksisch en het Limburgs zijn erkend onder deel 2 van datzelfde Handvest.


Het is interessant om nader in te gaan op de erkenning van het Nedersaksisch omdat hier iets bijzonders aan de hand is. Bijzonder omdat een eigen weg ontwikkeld wordt waar juist het stimuleren en versterken van de taal centraal staat. Deze gedachtengang is mogelijk behulpzaam voor het streektaalbeleid in het algemeen.


Voor het Nedersaksisch zet het SONT zich in om een landelijke erkenning tot stand te brengen. Dit is een tijd lang geprobeerd via deel 3 van het Handvest van de Raad van Europa. De ervaringen met het Fries zijn bij de Rijksoverheid echter niet onverdeeld positief. Dat komt omdat het Handvest veel gedetailleerde verplichtingen omvat die tot extra uitgaven en wetgeving leiden. Zelf vind ik dat de bepalingen soms afleiden van de kern van de zaak nl. waardering voor de taal. Ook al voldoet het Nedersaksisch aan 37 bepalingen van het Handvest, discussie over de maatvoering is altijd mogelijk en zal ook komen met de vierjaarlijkse visitaties door een commissie van de Raad van Europa. In dit licht hebben SONT, het Ministerie van BZK en andere overheden dit juridische pad verlaten. Wij hebben gekozen voor een andere, meer positieve benadering. Momenteel zijn wij gevorderd met een convenant dat de landelijke erkenning verwoordt en dat een meerjarenprogramma formuleert. Het beleid is gericht op stimuleren, bevorderen en mogelijk maken en niet op verplichtingen en voorschriften. Wij verwachten van dit convenant en bijbehorende acties dat er een belangrijke positieve impuls komt en het maatschappelijk imago van de taal versterkt wordt. Dit draagt bij aan meer belangstelling en herwaardering van de taal. Wij verwachten dat er daardoor meer ruimte zal komen voor de taal en dat deze zich daardoor beter verder kan ontwikkelen. Dat zijn essentiële voorwaarden voor behoud. Wij richten de steven naar voren, het is geen retro-actie en een poging tot restauratie, het doel is de taal te behouden, als levende taal, die zich dus ontwikkelt en die dus verandert.


5 Wat is de praktische betekenis van een convenant
In het bijbehorende meerjarenprogramma dat nu in ontwikkeling is, wordt een accent gelegd op een viertal maatschappelijke domeinen. Dat is niet voor niets zo. Onderwijs is strategisch van belang om interesse te wekken   voor streektaal en streekcultuur. Dat geldt voor de voorschoolse opvang, het basis en voortgezet onderwijs. Wij denken daar bij aan kennismaken, informatie overdragen en zeker niet aan het afdwingen van ruimte en aandacht in het lespakket. Wij denken dat dat contraproduktief werkt. Als mensen gemotiveerd en enthousiast zijn komt overdracht tot stand. Lesmethoden moeten dus uitnodigend zijn.  


Het domein cultuur is van belang omdat het de taal zichtbaar maakt. Het is ook het domein waar de streektalen traditioneel heel sterk zijn. De kunst is de streektaal te verbinden met moderne vormen van cultuur. In de popmuziek zijn daar veel aansprekende voorbeelden van: denk aan De Kast, Daniel Lohues en Gé Reinders.


Het gebruik van regionale talen in de media komt steeds vaker voor. Media zelf hebben ontdekt dat de streektaal leeft. De taal is prominent aanwezig in Fryslân, maar ook in het Nedersaksisch Taalgebied en Limburg wordt nadrukkelijk aandacht besteed aan de taal bij de regionale omroep en kranten. De media zijn een autonoom domein. De overheid kan en moet niets voorschrijven. Wel kunnen de streektaalinstellingen in overleg gaan om de samenwerking te zoeken.


Het openbaar bestuur is het vierde domein. Als vanuit dit domein wordt uitgestraald dat de streektaal van belang is dan is dat een goed signaal. Daarbij denk ik in de eerste plaats aan het convenant. Maar ook kunnen overheidsvertegenwoordigers toespraken houden in de streektaal. Sommige gemeenteraden houden soms debatten waarbij de streektaal gesproken wordt al dan niet in combinatie met het Nederlands. Ook hier geldt dat afdwingen en voorschrijven niet de goede weg is. Dat roept alleen maar weerstand op. Het is zoeken naar passende mogelijkheden.


Om deze opgave kracht bij te zetten zijn onze streektaalinstellingen van cruciaal belang. Zij ondersteunen veel culturele activiteiten, zijn actief in media, leggen verbindingen met het onderwijs en het openbaar bestuur en nog veel meer. Zij kunnen zich daarbij gesteund weten door al die inwoners van ons gebied die houden van hun taal, een taal die hen na aan het hart ligt en dierbaar is. Dat verlangen om streektalen in ere te houden krijgt steeds meer maatschappelijke en politieke steun.


6 Slot
Ik kom tot een afronding. De waarde van de erkenning van regionale talen met een convenant is dat de Rijksoverheid uitspreekt dat die talen maatschappelijke waarde hebben, het volwaardige talen zijn naast andere talen en dat het deel uitmaakt van het taalsysteem in Nederland. Dit betekent dat de regionale taal zeer goed naast het Nederlands gebruikt kan worden. Meertaligheid vergroot de taalsensitiviteit, waardoor het leren van het Nederlands en andere talen bevorderd wordt. Van groot belang is dat door de erkenning de status en het imago versterkt worden, waardoor regionale talen meer waardering krijgen. En er niet meer op neergekeken wordt. Daardoor zal de streektaal meer in het openbaar in woord en geschrift gebruikt worden. Ouders zullen de taal eerder doorgeven aan hun kinderen. Jongeren zullen de taal vaker gebruiken. Dat draagt er aan bij dat de streektalen behouden blijven. Dank u wel.

Misser Taalunie: Nedersaksisch en Limburgs genegeerd

Onlangs verscheen de rapportage van een recent Taalunie-onderzoek naar de Staat van het Nederlands. Het staat er goed voor, het Nederlands hoort met 24 miljoen sprekers ‘bij de 40 grootste talen ter wereld’ – zij het als 40ste. Leuk om te weten. Maar er ontstond irritatie over het doodzwijgen van het Limburgs in het rapport. Respondenten zijn tot het Nederlands gerekend als zij ‘dialect’ spreken. Tot het laatste rekent de Taalunie kennelijk ook het Limburgs en noemt die taal niet, zeker niet als officieel erkende taal. Dat is in lijn met oude reflexen – de Taalunie wilde eerder al het Limburgs niet erkend zien.

Ook in het noorden en oosten van Nederland is er ongenoegen, want de Taalunie heeft het evenmin over het Nedersaksisch. Maar wij doen dat wel en willen net als de Limburgers ook onze taal expliciet in het onderzoek betrokken zien. Wij steunen de Limburgers in hun protest op http://www.petitie24.nl/petitie/1013/wij-spreken-limburgs.

Inmiddels kwam de Taalunie met sussende woorden: men wil praten met een selectie van verontruste personen die voor het Limburgs in de bres gesprongen zijn. Citaat: ‘De Taalunie vindt aandacht voor taalvariatie binnen Nederland en Vlaanderen van groot belang en wil deskundigen daar uiteraard bij betrekken.’

Dat belooft wat, zou je denken, maar dit is het punt natuurlijk niet. De Taalunie heeft iets recht te zetten. Ze moet het Nedersaksisch en Limburgs expliciet betrekken in het onderzoek.

Het Europees Handvest van de Raad van Europa erkent immers het Limburgs en het Nedersaksisch als regionale talen en de Nederlandse overheid heeft dat handvest geratificeerd.

Hans Gerritsen & Henk Bloemhoff, voorzitter resp. secretaris van SONT (Streektaalorganisaties

Nedersaksisch Taalgebied)

Goffe Jensma, Hoogleraar Friese Taal en Cultuur/Hoofd van het Bureau Groninger Taal en Cultuur

Froukje de Jong-Krap, voorzitter Europeesk Buro foar Lytse Talen

Over het Nedersaksisch in ‘Trouw’ van 29-12-2016 (‘De Verdieping’): wat is onjuist en hoe zit het wél?

‘Trouw’ citeerde onlangs de scheidend directeur van het Meertens Instituut. De tekst bevat enkele onjuistheden met betrekking tot SONT. Dit is onze reactie:

–          SONT heeft niet voor erkenning in Brussel gestreden

–          ‘De aanvraag’ daartoe werd in 2016 niet afgewezen. Er is in dat jaar ook niet een

         aanvraag ingediend.

–          Een ‘erkenning in Brussel als minderheidstaal’ werd en wordt door SONT niet nagestreefd, ook niet al eerder. Dat is omdat SONT de bestaande status ‘Nedersaksisch = regionale taal’ correct vindt.

Zo zit het wél:

In 1998 werd het Europees handvest voor regionale talen en talen van minderheden in werking gesteld. Dat gebeurde door de Raad van Europa, gezeteld in Straatsburg. Het Nedersaksisch is één van de erkende regionale talen in het kader van dat handvest, en wel op basis van deel II. De toepassing van deel III van het handvest, dat een reeks minimale verplichtingen beschrijft, bleek ook mogelijk. Dat is aangetoond in onder meer het rapport ‘Nedersaksisch waar het kan’, samengesteld door de juridische en bestuurskundige experts dr. M. Herweijer en prof. dr. J.H. Jans (Rijksuniversiteit Groningen, 2009).

Op basis van dat rapport dienden de regionale overheden, i.c. de provincies Groningen, Drenthe, Overijssel en Gelderland en de Zuidoost-Friese gemeenten Oost- en West-Stellingwerf, een verzoek in bij de Rijksoverheid om ook deel III van het handvest toe te passen (2010). Dat verzoek werd echter in 2012 afgewezen door minister Liesbeth Spies. Daarna kwam overleg op gang tussen het Ministerie van Binnenlandse Zaken, de regionale overheden en SONT om als alternatief tot een nationale erkenning van het Nedersaksisch te komen. Deze erkenning zal tot uitdrukking worden gebracht in de vorm van een convenant.

Nedersaksisch: evaluaosie / rapportage deur et Committee of Experts, mit naost zorgpunten ok lochtpunten: konvenant op kommenwegen en in de twiede helte 2017 een symposium over taelbeleid veur de regionaole en minderhiedstaelen

De ni’jste rapportage / evaluaosie van et Committee of Experts van de Raod van Europa is op 14 december jl. publiceerd op de webstee van de Raod van Europa en is wisse een degelik, uutvoerig en genuanceerd stok wodden. Et Kommetee schrift dat ze niet alle positieve punten numen zullen over et taelbeleid veur de regionaole taelen en minderhiedstaelen, mar wel de punten van zorg angeven zullen. Een goed ding is dat as Appendix II de reaktie van oonze Rieksoverhied opneumen is, in de persoon van de minister van Binnenlaanse Zaeken (zommer 2016).

Netuurlik signaleert et Kommetee alderhaande positief beleid en goeie aktiviteiten, uteraord zonder dat ze volledig perberen te wezen. Et Kommetee nuumt o.e. et gebruuk van et Grunnings en Drents op de regionaole radio en tillevisie, drie tiedschriften hielemaole of veur een pat in et Drents, et Drentse onderwiesprojekt van Stenden in Emmen, et gebruuk van de streektael op veul lekaole radiozenders, et Drents lietiesfestival, et gebruuk van Drents en Grunnings in de regionaole passe, en ok et promoten van Grunnings, Drents en Overiessel in de zorg – alhoewel de Raod van Europa ok berichten krigt dat passeniel deur et management instrukties geven wodt om de streektael niet te bruken. Et Kommetee klaegt wel dat ze vanuut et Gelderlaand weinig info kregen hebben over de situaosie, mar ze verwaachten dat ok daor de steun veur et Nedersaksisch deurgaot. Uut Stellingwarf weg nuumt et Kommetee o.e. et twiemaondelike tiedschrift ‘De Ovend’, de inzet van de Stellingwarver Schrieversronte veur et onderwies: et veurleesprojekt in et kader van de ukkespeulplakken, et vervlechten van et Stellingwarfs in projekten angaonde de regionaole kultuur (‘hiemkunde’) en de ontwikkeling van onderwiesmateriaol.

Vanuut de helikopter: et rappot

Hiernao wodt een schets geven angaonde de pesisie en rikkemedaosies angaonde et Nedersaksisch. Et rappot is mit baseerd op et on-the-spot-bezuuk van 1-3 meert 2016, mit alderhaande overlegsituaosies. Nogal wat Nedersaksische orgenisaosies hebben in die tied ok schriftelik infermaosie geven an et Kommetee van Deskundigen. Dat overleg begin meert was ok mit SONT, de Nedersaksische streektaelinstituten en de Nedersaksische overheden, zoks naemens de vier perveensiebesturen en de beide Stellingwarver gemienten. [Argens eers op disse webstee vien ie meer angaonde et Fries en aandere taelen die nuumd wodden in de rapportage.]

Et Committee of Experts nuumt vanuut een helikopterview an et begin van heur rapportage / evaluaosie dat de diel 2-taelen Nedersaksisch en Limburgs bruukt wodden in kulturele aktiviteiten, op et internet en in sociaole media, en konstateert dat ze wat et onderwies anbelangt aenlik allienig anwezig binnen as projekten en aktiviteiten in et basisonderwies.

Heur rappot geft hiel wat inkiekies en rikkemedaosies veur een goed taelbeleid, daor ze de Rieksoverhied toe oproepen en anmoedigen (uteraord de regionaole lekaole overheden inbegrepen).

Algemiene onderwarpen

Et Kommetee brengt op ‘e bodden dat ze de veurige keer naor de Nederlaanse Rieksoverhied toe angeven hebben dat SONT – veur de sprekers van et Nedersaksisch – hiel graeg de toepassing van diel III wol. Daorbi’j het et Kommetee et Riek anmoedigd om tot overleg over te gaon. Zoks om goeie wegen te vienen veur de toepassing van et haandvest en veur de verbetering van de pesisie van et Nedersaksisch. Et Kommetee nuumt nog et debat in de Twiede Kaemer in meie 2013, waorin de regering niet richting een toepassing van diel III wol, wiels daor ok onvoldoende perti’jen steun an geven wollen. Sund is et kommen tot een konstruktief overleg van de minister en SONT en vervolgens tot een overienkomst mit as risseltaot een konvenant-tekst, om douk overgaon te kunnen tot een eigen nationaole erkenning en tot veerdere verbetering van de pesisie van et Nedersaksisch. Et Kommetee is d’r wies mit en bemoedigt et deurgaon van de gesprekken van Riek, Nedersaksische overheden en SONT om te kommen tot verbetering de pesisie van Nedersaksisch en de verstarking en bescharming d’r van. Et Kommetee is beni’jd naor de inhoold van et kommende konvenant angaonde de nationaole erkenning en nemt zoks geern mit in zien beschouwings in de volgende cyklus van monitoring. De zesde zal dat dan wezen.

Rikkemedaosies

Angaonde et Nedersaksisch bin de volgende rikkemedaosies van groot belang.

1. Eerder al wodde et volgende anraoden. Et is goed om een algemiene, strukturele dialoog in te richten mit vertegenwoordigers van de verschillende regionaole en minderhiedstaelen in Nederlaand; zoks angaonde de uutvoering van et haandvest en de verwarking en toepassing van de rikkemedaosie die volgen uut de monitortechniek van et haandvest. Dat is niet van de grond kommen, dat as vervolg lezen we now: ‘Et Kommetee van Deskundigen bemoedigt de Nederlaanse autoriteiten om een struktureerd beleid in te stellen veur de toepassing van et Haandvest dat alle regionaole of minderhiedstaelen anbelangt, in nauwe saemenwarking mit de sprekers’

2. Et Kommetee vietert an om et gebruuk te stimuleren in et eupenbaore leven, in et biezunder in de media, op ekenomisch gebied en sociaol leven (m.n. in de zorg veur zieken en oolderen)

3. Et Kommetee moedigt de Nederlaanse autoriteiten an om ‘links’ tussen sprekers van de regiotaelen te verbeteren

4. En dan een hiele belangrieke, nao een genuanceerd beeld van de bestaonde situaosies in de Nedersaksische regio’s: Et Kommetee van Deskundigen moedigt de Nederlaanse autoriteiten an et onderwies van et Nedersaksisch een betere staotus te geven, dat wil zeggen die van een vaast schoelevak. Et moet naor starker en meer, in et biezunder in de veurschoelse edukaosie en in et vervolgonderwies.

5. Et Kommetee moedigt ok an om tot een beter financieel kader veur studie en onderzuuk van regionaole taelen of minderhiedstaelen te kommen, an universiteiten of vergeliekbere instellings. Negatief veurbeeld is de slechte situaosie van et Aachterhoeks an et Gelderse Ecal, daor et Ecal de Raod van Europa ok mit naodrok op wezen het in et kader van et on-the-spot-bezuuk.

6. Et Kommetee radt om angaonde de regionaole en minderhiedstaelen te zorgen veur een veurziening die zorgt veur meer respekt, begrip en verdreegzemhied.

Reaktie van de Rieksoverhied; erkenning mit konvenant Nedersaksisch

In zien reaktie geft de minister van Binnenlaanse Zaeken an bliede te wezen dat et Kommetee netisie neumen het dat et Riek in goed overleg is mit regionaole en lekaole autoriteiten en de (vertegenwoordigers van de) sprekers. De minister zegt toe bi’j de volgende evaluaosiecyklus rekening te holen mit de procedure om de verschillende betrokken instaansies / sprekersgroepen bi’j ien en aander te betrekken. Hi’j hoopt in de twiede helte van 2017 een symposium te orgeniseren over taelbeleid, toepassing en weensen. Al evaluerende zal et angaon op al dan niet een vaaste struktuur van overleg. Wat et onderwies betreft nuumt de minister de roeme meugelikheden mar toegelieke ok op et kerakter van et niet verplicht wezen.

As laeste nuumt de minister bliede te wezen dat et Kommetee netisie neumen het van et deurgaonde overleg mit de Nedersakische overheden en SONT om te kommen tot een nationaole erkenning en een gezaemelik meerjaorepergramme; zoks wodt vaastelegd in een konvenant. Dat zal de weenselikhied en belangriekhied onderschrieven van een blievend volweerdig bestaon van et Nedersaksisch, zo schrift de minister.

Toespraken Sont bestuursleden op conferentie over Nedersaksisch 28-09-2016

Toespraoken SONT-bestuursleden op de konfereensie Nedersaksisch / Nedderdüütsch: the sleeping giant, 28 september 2016, Europees Parlement, initiatief Annie Schreijer & Jens Gieseke.

Heurzitting van de commissie Cultuur van de provincie Gelderland

Op 8 juni jl. was de heurzitting van de commissie Cultuur van de provincie Gelderland. Bewonners en organisaties konden inspraeken aover het concept Beleidsprogramma Cultuur en Erfgoed van de provincie veur de jaoren 2017-2019. Umdat het woord regionale taal of streektaal neet veurkwam in dit concept was der alle raeden umme in te spraeken.

Het Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers (ECAL) zol met ingang van 2017 alle subsidie van de provincie kwiet wodden, waordeur der allene nog ruumte was veur de wetteleke archieftaken. Daordeur kon der gin menskracht meer in ezat wodden veur streekeigen taken (veurmalige Staringtaken), waoronder de streektaal. Namens het ECAL heb ik in esprokken en Hans Gerritsen hef dat edaone namens het bestuur van SONT. Kennelek hebbe wi-j de bosschoppe good aover ebrach, al was het best penibel. Maor Peter de Vos van de SP hef zich heel stark emaakt en kreeg genog andere fracties met zich met. Ok daor hebbe wi-j bie können helpen deur bie de bie uns bekende fracties de argementen good uut te leggen. In de vegadering van Provinciale Staten op 29 juni 2016 wodden zodoonde de motie van de SPanenommen met stemmen veur van CDA, D66, PvdA, PVV, ChristenUnie, SGP, Groenlinks, PvdDieren en 50 Plus.

Resultaat is dat er de kommende jaoren weer een bescheiden budget (€ 45.000,-) veur het ECAL beschikbaor is veur projecten ter bevordering en behold van (onder meer) de streektaal. [De veurgaonde tekst is van Diana Abbink (ECAL), op verzuuk van SONT]

Raad van Europa

Raad van Europa adviseert de Nederlandse regering, in het kader van de 4e periodieke rapportage over het Nedersaksisch (juni 2012):

Nedersaksisch als gewoon vak op school en structureel overleg tussen de rijksoverheid, de regionale overheden en sprekers over het taalbeleid Nedersaksisch

Het verslag door de Nederlandse overheid voor de vierde periodieke rapportage werd een jaar te laat opgeleverd, aldus het comité van deskundigen op het terrein van het Europees handvest voor regionale talen en talen van minderheden van de Raad van Europa (RvE). Er bleek bovendien erg weinig in te staan over het Nedersaksisch. Het comité wijst erop dat de Nederlandse overheid hoort aan te geven wat gedaan is met de eerdere aanbevelingen van de Raad van Ministers van de RvE en dat men antwoord hoort te geven op vragen en aanbevelingen van het comité van deskundigen in et vorige evaluatierappot.
Het comité bezocht op 23, 24 en 25 januari 2012 overheden en ngo’s die betrekking hebben op één of meer van de regionale talen of talen van minderheden in Nederland. Terugkijkend constateert men een aantal tekortkomingen bij de rijksoverheid en verder brengt men naar de rijksoverheid toe ook nieuwe kwesties naar voren.

Het comité noemt de volgende belangrijke zaken voor het Nedersaksisch:


1) Het comité adviseert structureel overleg tussen de rijksoverheid, de regio’s en ngo’s. Het is het comité gebleken dat het rijk weliswaar vindt dat de lat voor deel III hoger ligt voor het Nedersaksisch dan tot nu afgedekt is door beleid en regelgeving – dit ondanks de positieve conclusies uit het rapport van de RUG-experts Jans en Herweijer – maar het is het comité ook gebleken dat het rijk niet uitsluit dat deel III t.z.t. wordt toegepast.

2) Bij de vorige evaluatie spoorde de RvE de rijksoverheid aan te komen tot een nationaal taalbeleid voor het Nedersaksisch, in samenwerking met autoriteiten en sprekers. Daarvan is niets gekomen: het rijk herhaalt het oude standpunt dat het een zaak van de regio’s is. Het comité wijst erop dat het rijk niet kan volstaan met een simpele verwijzing naar de regionale overheden en sprekers. Wel heeft het rijk de regio’s geadviseerd te komen tot een voorlopig consultatief orgaan voor het Nedersaksisch, en dat advies hebben de regio’s uitgevoerd.

3) De RvE spoort het rijk aan om het Nedersaksisch voldoende ruimte te geven in de media.

4) Men vraagt alsnog antwoord te geven op eerdere vragen naar de positie van het Nedersaksisch in het juridisch domein, de openbare diensten en het openbaar bestuur. Het is uit overleg met de ngo’s duidelijk geworden dat er op dit terrein niets gebeurt.

5) De eerdere oproep van de RvE om de positie van het Nedersaksisch in de regionale omroepen van de Nedersaksische provincies te versterken, is niet beantwoord. In Friesland besteedt Omrop Fryslân maar heel incidenteel aandacht aan het Stellingwerfs.

6) De vorige rapportage vroeg om actie op het terrein van spreken en schrijven, in het economische en sociale leven. Het rijk reageerde er niet op.

7) De vorige rapportage riep op tot een nationaal taalbeleid met name voor het onderwijs en tot versterking van de inspanningen van de regio-overheden en sprekers op dat terrein. Men heeft geen reactie van het rijk vernomen.

8) De gedifferentieerde onderwijssituaties in aanmerking genomen, waarbij een aantal op zichzelf goede zaken worden genoemd (materiaalontwikkeling, lesaanbod al dan niet op incidentele basis) beveelt de RvE aan dat het Nedersaksisch door de Nederlandse autoriteiten tot een regulier schoolvak wordt gemaakt; het onderwijs in het Nedersaksisch moet geïntensiveerd worden, m.n. in de eerste leerjaren.

9) SONT blijkt niet vertegenwoordigd in het Consultatief Orgaan voor het Nedersaksisch (in oprichting). De RvE raadt aan om wensen en noden van de sprekers van het Nedersaksisch ter zake in overweging te nemen.

10) De RvE adviseert het Rijk om te komen tot structureel overleg met de regionale overheden en vertegenwoordigers van de taalminderheden Nedersaksisch, Fries en Limburgs over de toepassing van het handvest en de controle op die toepassing.